Informatiesystemen falen steeds vaker en pakken duurder uit. Realisme, kennis en lef zijn nodig, stelt Peter-Willem van den Lindenberg, algemeen directeur Bisnez en docent aan de Erasmusuniversiteit. Onderstaand stuk is op zaterdag 7 maart verschenen in dagblad Trouw.
Het was de afgelopen weken weer flink raak op het thema ICT en overheid. Deze week lag de Belastingdienst opnieuw onder vuur met zijn database waarin zonder onderbouwing een zwarte lijst van burgers als (mogelijke) fraudeurs werd bijgehouden. En vorige maand lag Defensie onder het vergrootglas vanwege de miljoenencaim waar het ICT-consortium IBM/Atos mee zwaait. Die claim is het gevolg van de pas op de plaats die staatssecretaris Visser moet maken met de broodnodige vernieuwing van het cruciale informatiesysteem, de basisinfrastructuur voor de krijgsmacht.
Maar nog pittiger is het rapport dat minister Koolmees in februari naar de Tweede Kamer stuurde over de dienstverlening van de vier grote uitvoeringsorganisaties: Belastingdienst, UWV, SVB en Duo. In deze analyse ‘Ja, Mi(t)s’ komt glashelder naar voren dat door regelreflex van de politiek (voor elk probleem een nieuwe oplossing) en de verwaarlozing van de basis-ICT de grenzen aan de uitvoering zijn bereikt en de kwaliteit en continuïteit onder grote druk staan. Burgers komen daardoor in de knel.
In 2018 verslonden ICT-projecten bij de overheid bovendien ruim 1 miljard euro meer dan begroot. Is dat veel? Ter vergelijking: na veel stakingen en politiek getouwtrek gaat er uiteindelijk 460 miljoen euro extra naar het onderwijsveld…
De uit de parlementaire onderzoekscommissie-Elias ontstane waakhond Bureau ICT Toetsing (Bit) geeft weliswaar steeds scherpere adviezen, maar dit adviescollege zit zelf niet aan het stuur. Dus wat is er nu echt nodig om te voorkomen dat ons belastinggeld met miljoenen tegelijk onze online-overheid uitvliegt?
Diegenen die het roer wél in handen hebben, moeten aan de bak. Dit zijn de bestuurders binnen de overheid die de opdrachten verstrekken, de ICT-bedrijven die deze opdrachten aannemen en de (veelal ingehuurde) adviseurs en managers die bij de uitvoering zijn betrokken. Drie aanbevelingen:
Verlaag de scoringsdruk
Resultaten moeten nu al op korte termijn worden geboekt. Deze scoringsdruk noodzaakt softwareleveranciers en opdrachtgevers om onmogelijke beloftes te doen. Zowel politici als topambtenaren moeten zich immers in een steeds kortere termijn bij de overheid bewijzen. In die termijn wil je legacy – erfgoed – creëren door iets indrukwekkends neer te zetten. Maar in vier jaar kun je onmogelijk een groot ICT-project van de grond krijgen en succesvol afronden. Dat is een illusie die het falen in de hand werkt. Realisme en lange adem moeten gewaardeerd en niet verafschuwd worden.
Reduceer de bizarre complexiteit van ICT-projecten
Om het zeer behendige spel van ICT-leveranciers te doorzien, heb je als opdrachtgever het juiste kennisniveau nodig. Dit is nog lang niet bij alle betrokkenen het geval. Zowel binnen de overheid als de Tweede Kamer zijn te weinig ICT-experts meer te vinden. En dat maakt je afhankelijk van de goed betalende softwareleveranciers die kundige ambtenaren wegkopen bij de overheid.
Vergroot dus je ICT-kennis als opdrachtgever en laat je niet als een klein kind meenemen in sprookjes. Weet minimaal welke vragen je moet stellen om complexe ‘technologie fata morgana’s’ door te prikken. En de ICT-leveranciers moeten inzien dat hun praktijken voor eigen imagoschade zorgen. Wees daarom als leverancier een betrouwbare partner; ga van ICT-cowboy naar ICT-herder en denk mee in het belang van de opdrachtgever.
Bouw opnieuw
ICT-systemen bij de overheid zien eruit als een oud stadje dat tegen een berg aan is gebouwd; alles krioelt op, onder en over elkaar op drukke, kronkelende straatjes. De Belastingdienst, het UWV, de Politie Nederland en Defensie zijn voorbeelden van deze spaghetti en kampen niet toevallig met het mislukken van ICT-projecten.
De noodzakelijke keuze hierin die lef en moed vraagt, is: het stadje platgooien vanuit een Greenfield-ontwerp: de winkel blijft open, terwijl stap voor stap iets nieuws wordt gebouwd.
Een politiek ingewikkelde keuze die in alle berekeningen voorafgaand duurder wordt, maar toch een betere keuze is.